Talloze huwelijken lopen er op spaak, maar het mijne niet. Mijn lief is een doppendraaier; hij laat nooit een tube tandpasta met open tuut voor zijn wederhelft achter. Mijn kinderen doen dat wel, maar daarvan scheidt je niet. Met een lange ij doe ik dat dan weer wel eens, maar niet over die ontheemde doppen: die draai ik er gewoon weer op. Macht der gewoonte, het sop der kool niet waard en bovenal een heilloze onderneming om verandering te brengen in een reeds op jonge leeftijd ingesleten gewoonte. Daar zal hun wederhelft zich te zijner tijd wel over buigen. Ik wens mijn schoonkinderen succes!

De dop is dus niet het probleem in huize Hakstege, de kop is dat wel. De borstelkop van de volledig automatische, o zo praktische elektrieke tandenborstel. Wát een uitvinding! Wát een prijzen!

De trouwe doppendraaier is dan jammer genoeg weer wel een centennaaier, dus toen ik bij het Kruidvat onverhoeds tegen huismerkborstelkopjes aanliep, dacht ik op een goudmijn gestuit te zijn: én een enorme financiële meevaller (die nepperds kosten geen drol) én een wit, besparend voetje halen bij de man met wie ik 85 wil worden. Die witte voet is niet gelukt. Ik heb wel een figuurlijke schop van zijn voet onder mijn kont gekregen. “Of ik dat noooit – ik herhaal noooit – meer wil doen; die koppen gaan ons onze tanden kosten. Alsof je met een diamantboor over je glazuur gaat! En dan zitten we daar straks, over 40 jaar, een heel gelukkig, maar volledig tandenloos leven te hebben!”

De boodschap was mij op dit punt van de conversatie al volledig duidelijk, aan mijn brein mankeert namelijk weinig. Maar lief was nog niet klaar. Liever had ik deze aanvulling niet vermeld, maar wie A zegt, gaat doorgaans door met B: “Die twee borstelkoppen die wij gebruiken, mogen best wat kosten!”

Ja, wat dáár komt de besparing vandaan: dit gezin heeft maar twee tandenborstels. Waarmee wij heel eensgetand de zes snepkes schoonschrobben. Met borstelkoppen van Braun!