Column

Blikje explodeert: kattenvoer all over the kitchen

Een fris gedouchte Tom (11) verzorgt katten Kees en Joep: een lekker maaltje Whiskas ligt in het verschiet. En ‘schieten’ doet het! Als Tom aan het oh zo handige lipje van de deksel trekt, knallen boven- en onderkant van het blikje open. Tom zit volledig onder de kattenballen. Zo ook de vloer. Zo ook de keukenkastjes. Toms gloednieuwe trui vol met klodders, gezicht en nek besmeurd met kleverige gelei. Ik had dertig jaar geleden ook een aanvaring met zo’n blikje. Toen was de schade groter: ik wipte het dekseltje met mijn duim omhoog en sneed in één moeite door mijn pees doormidden.

De huisarts naaide – de haren nog warrig, want zijn spreekuur was nog lang niet begonnen – de wond keurig dicht. En vergat te controleren of het duimpje z’n werk nog wel deed. Vervolgens waren twee zware operaties in het Radboud nodig om de boel weer in werking te stellen. Tegen de tijd dat moeder ontdekte dat de duim van haar dochter een nutteloos leven was gaan leiden (buigen en strekken was er niet meer bij), was het verantwoordelijke peesje namelijk een schrompelaar geworden en uit zicht verdwenen. Dokter Giedrojc – inmiddels een topper op het gebied van borstvergrotingen en om die reden opnieuw in mijn blikveld – restte nog maar één middel: een pees uit mijn onderarm halen en die via een tweetrapsconstructie verplaatsen naar de duim. Ik zou alles weer kunnen, maar een beroep als chirurg (gepriegel) zat er niet meer in. Gelukkig lieten mijn hersencellen dat ook al niet toe….

Tropische ontmoeting bij het krieken van de dag. En een excuus aan mijn vader.

Op het gevaar af dat de lezer afhaakt, zodra die ziet dat deze column weer eens om een hardloopsessie draait, start ik toch met die dagelijkse marteling. Die kreeg vandaag namelijk een tropisch tintje. En dat terwijl een paar uur later de hagel tegen de ramen kletterde.

Om 6.46 verliet ik het huis. Ik ‘klok’ mezelf altijd omdat ik streef naar een stijgende lijn en dus obsessief bezig ben met de tijd die ik buiten doorbreng. Dat terzijde. Voor een sportvrouw van mijn kaliber is het zaak ‘lichtgewicht’ op pad te gaan. Geen overtollige kleding en zo leeg mogelijke zakken. Ik tors dus alleen een snotlapje, een mp3-speler en de hondenriemen mee. En dus geen telefoon. Gemiste kans!

Met nog 800 meter te gaan, kwam er een bevleugeld beest op m’n pad. Het diertje had een uitermate slechte timing, want het viel met de neus in mijn twee honden. De oudste (net 2) gedraagt zich als een bejaarde en gaf dus geen sjoege. De jongste (net 1) is zo gek als een karrad en had wel zin in wat Spielerei. Flink opjagen die gevederde vriend, en het zo uitkienen dat het beestje wél een hartinfarct tegemoet kan zien, maar uiterlijk geen kwetsuren oploopt.

Terwijl vogel, jonge hond en ‘oude’ hond over het veld draafden – en de gevleugelde een steeds gestrestere indruk wekte – keek ik, doordravend over ’s heeren wegen, toe. Ik zag een lange staart: zeker 60, misschien wel 70 centimeter grijs-wit gestreept aanhangend gevederte. En hij bleef maar rennen en klapwieken, maar vliegen? Ho maar! In een moment van intellectuele scherpte sjeesde het dier richting water, waagde de sprong… en was veilig. Mo had het nakijken, bejaarde Daan keek allang niet meer. En ik koos voor de optie ‘sur place’ om eens te bekijken wat dit nou voor beessie was.

M’n vader zou het geweten hebben. Maar die slaapt tot twee uur ’s middags. En woont bovendien een kleine 100 kilometer verderop. Mijn geïnteresseerde, maar compleet onwetende oog zag een lichaampje dat in geen verhouding stond tot die staart: kort en compact. Maar wel verrekt kleurrijk voor deze contreien. Het leek wel een papegaai! Op z’n lijfje – zo groot als een kip of een vette duif – zaten felrode, groene en gele vlekken. Rode driehoeken boven de ogen, een gele streep op z’n rug en dat groen… ja, dat weet ik niet meer. Maar het zat er wel!

Het mysterie zal wel niet opgelost worden. Maar een jarenlang latent schuldgevoel heeft de weg naar boven weer gevonden. Al sinds zijn vroegste jeugd ‘vogelt’ mijn vader. Hij kent iedere vogel, ieder geluid, iedere gewoonte van die beesten. En deed natuurlijk jarenlang z’n best om z’n dochters mee te slepen in die interesse. Die pogingen zijn jammerlijk mislukt. En dus zal ik het nooit weten… Sorry pap!

Competitie door competentie

Kiezen voor morgen. Geen parodie op de soap, maar de ‘ belichaming’ van de nieuwe koers die het ziekenhuis heeft ingezet. Deels onder de dwang van onze financiële tekorten, maar à la. Al in het najaar van 2005 werd bijvoorbeeld een, ik citeer nu, ‘bevlogen werkconferentie’ gehouden over het waardegedreven leiderschap. Pardon? zult u nu vragen. Ter verduidelijking dan: competentiemanagement. Oh, ach so…. Meer >

Kakofonische kippen

In heel het ziekenhuis heerst een wanhopige slag om werkruimte. Als haringen in een tonnetje zitten de kamers volgepropt met werknemers. Je ziet hun gezichten amechtig tegen de ruiten aangeperst. Hun vissenmonden happen wanhopig naar lucht, de ogen staan bol van de wanhoop. Een beginnend kwijldraadje druipt uit de mondhoek, omdat ze de ruimte niet hebben om hun mond volledig te sluiten. Meer >

Sporten(d) gezond?

Ik ben niet sportief en hou wel van eten. Dat resulteert in lillend vet. In de winter, bléék, lillend vet. Gelukkig zit het grotendeels van achteren. Dan dreig je het af en toe zelf bijna te vergeten. Tot de kinderen zich in de badkamer weer bescheuren om het maanlandschap op mijn omvangrijke achterwerk. En als ik ze uitzwaai, in de zomer, verdwijnen ze hikkend van de lach om de hoek. Die kipfilets aan de bovenarmen van moeder zijn een blijvende bron van vermaak. Persoonlijk vind ik het wel iets gezelligs hebben. Mijn oma heeft ook van die bleke, zachte lapjes aan de armen hangen. Zo lief. Maar ja, oma is 90…. Meer >

Leugenachtig en schizofreen

In mijn vorige column heb ik gelogen. Drie maanden worstel ik nu dus al met een allesverterend schuldgevoel , dat mij wederom in een glaasje safari-cola liet staren. En voor ik nu de indruk wek, dat ik een drankzuchtig mormel ben: ook de verhalen over mijn drankinname berusten niet op de waarheid. Ik ben een slechte drinker. Niet omdat ik een ‘slechte dronk’ over me heb, maar omdat ik er gewoon maar weinig ‘weg kan zetten’. Drank verveelt snel. Ik betrap mezelf er nu op dat ik een zijpaadje ben ingeslagen, tijd om te biechten! Meer >

Gelukkig 2007! We gaan reorganiseren!

Mijn baan ligt onder vuur. Ik bleef daar niet geheel koelbloedig onder, integendeel. Er staken universele symptomen van stress de kop op: handenwringen, koud zweet, trilleritus, paranoia om maar wat te noemen. Desondanks nipte ik tijdens de feestdagen regelmatig genoeglijk aan een glas cola-light met Safari. Een zeldzame mix, naar ik heb begrepen, maar daar gaat het nu niet om.

De combinatie van alcoholconsumptie en de vakantietijd deden mij het licht zien. De onzekerheid en angst over het bestaansrecht van mijn functie gleden naar de achtergrond. De grote Cruijff kwam naar voren: ‘Elk nadeel heb z’n voordeel’. Meer >

Onze geschiedenis

Het moet allemaal in een zeer langdurige en hardnekkige vlaag van verstandsverbijstering hebben plaatsgevonden. Dit is niet iets wat een braaf, volgzaam, oplettend en nadenkend meisje zomaar overkomt. Wat er ook vaak gezegd moge worden over een vrije opvoeding: het heeft mij tot mijn 25e geen windeieren gelegd.

Ik heb in dat deel van mijn leven slechts weinig de kont tegen de krib gegooid en studeerde hard, was een gezellige vriendin voor een ieder die een beroep op me deed en was op mijn 15e al zo vreselijk verliefd en trouw dat mijn ouders zich de 6 jaar die volgden geen zorgen over me hoefden te maken. Uiteindelijk ging die liefde over, zoals zo vaak bij puberliefdes. Na een jaar liefdesverdriet hoorde ik hoefgetrappel en jawel, de prins op het witte paard verscheen.
Tot dan toe geen problemen. Meer >