Column

Ons bunt zuunig

Krentenkakkers zijn ze. Anders kan ze het niet noemen. Of toch. Centennaaiers. Ze hebben geld zat, echt waar, maar kunnen het niet over hun hart verkrijgen dat er in twee weken doorheen te jassen. Een heel jaar lang heeft ze het internet afgezocht naar mogelijkheden om comfortabel vakantie te vieren tegen een budgettarief.

Als rechtgeaarde vrekken rijden ze bijvoorbeeld een auto uit het jaar nul met dito afmetingen. Niet bepaald een aangename omgeving om vier jonge kinderen en een stel afgematte ouders in te vervoeren naar het warme zuiden. Dus ze kent elke goedkope vlucht uit haar hoofd, de vertrekstaten van internationale treinen hebben geen geheimen voor haar, als een aasgier begeeft ze zich richting sites waar geannuleerde stacaravans tegen gereduceerd tarief worden aangeboden. MPV’tje huren misschien? Meer >

Heur haar

Mijn lief is op de centen. Zeer op de centen. Geld zat op de rekening om twee keer per jaar bij de kapper op strategische punten wat highlights te laten aanbrengen, maar sinds hij per abuis de rekeningafschriften doornam, is de schrik hem om het hart geslagen. Dat moest goedkoper kunnen.

Braaf toog ik dus richting een goedkopere drogisterij en haalde van een betrouwbaar merk een doe-het-zelf pakket. Weken stond het veilig op het aanrecht. Als een baken voor mijn angst. Die niet ongegrond bleek. Meer >

Grensoverschrijdend

Het is nooit een punt van overweging geweest. Raar eigenlijk. We zijn allebei niet dom en ook geen van beide kuddedieren. Maar op vakantie gaan? Dat doe je. Dat doet toch iedereen? Gekmakende tochten waren het. Tot tranen toe. Met recht grensoverschrijdend.

We propten onszelve, zes in getal, in de geleende, kleine middenklasser van mijn ouders. De bank ging plat en in de bak schoven we onze drie oudsten zij aan zij in de lengte en de jongste aan hun voeten in de breedte. Vader, die chauffeerde zat wat krampachtig tegen het stuur aan gedrukt. Vanwege de omlaaggeklapte bank kon de stoel niet voldoende naar achteren. Moe zat de hele weg met de voeten op het dashboard, omdat de vreetdoos voor haar zetel was geplaatst. Meer >

Dank aan de Dolle Mina's

Ik ben een werkende moeder, een moeie werkende, een moederende werkende. Ik weet het niet. Hoe dankbaar kan een mens de dolle Mina’s nog zijn als de geneugten van het werkzaam leven diezelfde mens bekant de das om doen? Shakespeare’s dooddoener doet het goed: that’s the question.

Dank aan Cisca voor al haar bemoeienissen en inspanningen, maar wanneer lost ze de problemen van de hedendaagse vrouw voor ons op? Ze zal het wel op mijn lief schuiven, die zal in haar ogen ongetwijfeld tekort schieten. Maar die man is al alom aanwezig; zijn input grenst aan wat onze lieve Heer een jaar of wat geleden presteerde.

Je kunt natuurlijk een beschouwelijk betoog aan wijden met allerhande intellectuele invalshoeken, maar mijn brein laat dat niet meer toe. Mijn brein is moe. Afgetobt. Net als m’n hoofd. Dat hoofd keert dagelijks met steeds dieperliggende wallen huiswaarts. Dat hoofd heeft moeite met lachen. De inhoud van het hoofd is dermate overweldigend, dat het geen ruimte laat voor genieten. Ik overleef. Meer >

Boetes en Brogues

Begin twintig waren we. En vreselijk verliefd. Binnen een jaar trok mijn lief bij me in. Paradijselijk woonden we in een souterrain van 5 bij 4 waar sinds de jaren vijftig niets meer aan was gedaan. En toen deed zich een buitenkansje voor.

Mijn goede vriendin had een aantal jaren daarvoor een goede slag geslagen: een zakenman op, in onze ogen, gevorderde leeftijd. Hij was zeker vierendertig! Hij boerde goed en zij trok bij hem in in zijn provinciale penthouse. Vanzelfsprekend ging het stel, hij rijk, zij mooi, op een welverdiende vakantie. Er werd naarstig gezocht naar een oppas voor de twee ongezeglijke Jack Russels die aan het jonge geluk waren toegevoegd. En dat was ons buitenkansje. Meer >