Met vier pubers in huis moet moeder altijd op haar hoede zijn. Die jonge figuren schamen zich namelijk nogal snel. Ik moet dus niet alleen alert zijn op dingen waarvoor ik mezelf schaam (maar in huiselijke kring toch graag doe), maar ook een inlevingsvermogen aan de dag leggen waar je ‘u’ tegen zegt. Voor je het weet brandmerk je je nageslacht in het aanschijn van hun vrinden dermate, dat zij zich gedurende de rest van hun middelbareschooltijd nergens meer kunnen vertonen zonder beschimpt te worden. I get it, I get it: mammie was ooit zelf ook jong. Echt? Ja, echt!

Eigenlijk zou ik de wekker op vier uur ’s nachts moeten zetten om op tijd klaar te zijn voor een mogelijke zoete inval. Ons huis staat namelijk maar 200 meter van de school en wordt dus gezien (en gebruikt) als een soort jeugdhonk of verzamelpunt. Van acht uur in de ochtend tot laat in de avond valt hier jeugdig volk binnen. En aangezien je op je 41e een uitdeuktijd hebt van circa twee uur en daarna pas de gezichtsschilderingen kunt aanbrengen en je natuurlijk ook met zorg een hip – maar vooral niet te jeugdig of opzichtig – kleedje moet uitkiezen uit de schier onbegrensde garderobe moet je écht voor dag en dauw aan de dag beginnen om vóór de risicoperiode opgetuigd te zijn.

Vanochtend had ik een afspraak, dus kledij en gezicht waren ruim op tijd op orde. Na terugkeer trok ik een poezelig warm, maar weinig enerverend fuchsiakleurig fleece-geval over mijn outfit heen. Model: totaal uit de mode. Maat: veel te groot. En pubertechnisch gezien: megafout.

En toen kwam dus de verwachte, maar toch totaal onverwachte, horde pubers binnen. Acute paniek ‘du moment’ dat dochterlief al voor ze de keuken bereikte een vooraankondiging deed van de sliert jongelingen die ze meetroonde. Wat kan een mens dan snel denken! Ik zag nog niemand, maar hoorde dat er eerst meiden (kir, kir) binnenkwamen en daarna meerdere jongens (bas, bas). Deze volgorde leverde me misschien nét genoeg tijd op om van mijn fuchsia-uitdossing af te komen vóór de heren in beeld kwamen, bedacht ik terwijl mijn vingers al panisch pulkten aan het fleece-geval.

Uiteindelijk heb ik de nieuwjaarskussen van de vriendinnen Alie, Naomi en vooral Vera gebruikt om inderdaad tijdig fleece-vrij te geraken. Kussen en ontkleden is een lastige combinatie, dus Vera heb ik extra lang tegen de borst gedrukt (linkerarm) om de klus (rechterhand) definitief te klaren. Nét toen de mannen de keuken indraaiden, wierp ik het ontluisterende kledingstuk met een achteloos gebaar op het aanrecht.

Daarna ging natuurlijk alsnog van alles fout. De stress leidde tot tijdelijk verlies van decorum en van geheugen: ik kuste beide jongens alsof ze dagelijks bij ons over de vloer kwamen en deed heel enthousiast tegen Pim, die helemaal geen Pim was. Hij was een Cas.