Als Arendsoog waakte mijn moeder over mijn voedselinname. Ze had zich de energie kunnen besparen: het nijvere eetstertje propte lekker door, desnoods in de illegaliteit. Met alle gevolgen van dien. Pas veertig jaar na mijn geboorte leer ik voorzichtigjes maathouden. Ik eet gezond notenbrood, niet meer dan mijn lijf nodig heeft. Het avondeten is niet moddervet en tot pap gekookt. Aan zoete sappen brand ik m’n vingers niet, thee is het devies. De dagelijkse portie zuivel vindt zijn weg naar mijn keelgat en aan kaas doe ik ook wel eens wat, in de vorm van een tosti of door de warme prak. Het begrip fruit is echter nog steeds onontgonnen gebied voor me: ik klik bananen, appels, mandarijnen en pitloze druiven aan op Albert.nl, maar tot daadwerkelijke consumptie wil het maar niet komen.

De verbazing was dan ook groot toen mijn eigen kinderen hun vier stoeltjes op een rij zetten en zich als een stel hongerig spreeuwen ‘lorren’ in de mond lieten spaaien. Die vezels van sinaasappels bleven in de zeef achter na het sinaasappelspersen. Het viertal is jaren na dato niet over de fruitliefde heengegroeid, en ik niet over mijn verwondering en halsstarrigheid: dagelijks doen zij vrijwillig een greep in de fruitla, werpen een kritische blik op hun moeder en draai ik mijn betrapte gezicht weg. Ik kóm wel in die la hoor, maar alleen om hem schoon te maken.

En dan hun zelfopgelegde broodregime! Ik vrat op hun leeftijd – en tot ver daarna – met gemak een half witbrood met grote lappen vleeswaren. Of dikke lagen chocoladepasta. Of geraspte witte chocolade, ook lekker! Bij mijn nageslacht is het beleg met het blote oog nauwelijks terug te vinden: een vleugje pindakaas, drie gram chocoladepasta, een krenterig plakje ham. Nee, de ware vreters, die vind je eigenlijk niet meer. Zelfs ik tel niet meer mee. Je smaak schijnt elke zeven jaar te veranderen. Al mijn hoop vestigde ik erop, maar er gebeurde niets. Of veel, afhankelijk van je invalshoek. Maar vlak voor m’n 40e verjaardag, totaal onverwacht, hield het grote vreten op. Ik mis het … een beetje.