Hek of hegWat vond ik die tuin leuk, toen we ons huis in 2002 kwamen bezichtigen! Je kon via een trappetje naar beneden lopen, naar het water. Maar link was het wel, met vier kleine kinderen. Want vanaf de vlonder kon je zo het water invallen. Daar hoefde je niet eens onhandig voor te zijn, zo bleek. Je hoefde er alleen maar een heel impulsief gezinslid voor te hebben. En zo’n exemplaar hadden we: onze Floor, toen net vijf jaar oud. Zij gaf degene die het dichtste bij stond, Maartje van zes, een fikse duw om te kijken wat er zou gebeuren. Ja, wat zou er gebeuren, Floor?!? Foeterend hesen we het krijsende en kletsnatte slachtoffer de kant weer op.

Inmiddels zijn we bijna veertien jaar verder, Floor kan zich ietsje beter bedwingen, Maartje heeft leren zwemmen en de vlonder is sowieso niet erg populair, zelfs niet bij mensen die in ‘kennelijke staat’ door onze tuin darren. Die dalen echt niet af om aan de waterkant stiekem in de lorum te gaan zitten zijn en dan per ongeluk het ruime sop te kiezen. Dronkenschap voltrekt zich hier in alle openheid, veilig op de bovenverdieping van de tuin. Maar zo veilig is het daar niet meer. De prachtige, solide, boerengroene hekjes van weleer, zijn inmiddels rottende, kaalgevreten restjes hout. We hebben daar lang de ogen voor kunnen sluiten, maar uiteindelijk moet een mens de ellende onder ogen durven zien. Dat punt is nu bereikt.

We hebben drie opties: geen hekjes, nieuwe hekjes of heggetjes. Geen hekjes is eng. Vóór je het weet, kieperen er opa’s en oma’s over de rand. De oudere medemens wil tenslotte nog wel eens struikelen over (bijvoorbeeld) een luciferhoutje. Nieuwe hekjes vragen om een fikse tijdsinvestering. De heer des huizes zou die namelijk maken van de oude houten vloer die in onze garage opgeslagen ligt. Heeft een mens daar zin in? Blijkbaar niet, want de mens in kwestie stelde me optie drie voor: heggetjes. En wat was mijn eerste gedachte: ‘Hoe moet het dan met de kleinkinderen? Kruipen die straks door de heg om vervolgens te pletter te vallen?’ Dat vind ik nou zo líef van mezelf. Want er zijn helemaal geen kleinkinderen. Nog lang niet. Blijkbaar houd ik toch al van ze en dat is mooi, maar ik ben duidelijk ook niet helemaal goed snik. We schrappen de rol (en het lot) van de toekomstige peutertjes dus volledig: we gaan voor de heg!