In heel het ziekenhuis heerst een wanhopige slag om werkruimte. Als haringen in een tonnetje zitten de kamers volgepropt met werknemers. Je ziet hun gezichten amechtig tegen de ruiten aangeperst. Hun vissenmonden happen wanhopig naar lucht, de ogen staan bol van de wanhoop. Een beginnend kwijldraadje druipt uit de mondhoek, omdat ze de ruimte niet hebben om hun mond volledig te sluiten.

Iedereen in huis kijkt reikhalzend uit naar leegstaande kamertjes. Zelfs grotachtige ruimtes, zonder daglicht en met afbladderende verf van vijftig jaar geleden, zijn te verkiezen boven een ruimte die doordrenkt is met mensenlijven. Sinds ik hok – op het werk- heb ik me bij deze schare wanhopigen aangesloten.

Door ruimtegebrek gedwongen deel ik mijn eens zo riante kamer met een vrouw. Een derde lijf dient zich bovendien al aan. Collega en ik varen niet wel bij dit door ruimtegebrek opgedrongen experiment. Stop nooit teveel kippetjes in één hok, dan stoppen ze met eieren leggen en gaan ze elkaar pikken. Waar twee kerels elkaar eens goed de waarheid zeggen bij irritatie, en vervolgens na het werk gaan borrelen, zoeken vrouwen hun heil in stille oorlogsvoering, verborgen agenda’s en tactisch geroddel. Tegen derden vanzelfsprekend.

Collega en ik zijn het erover eens dat we in een penibele situatie verkeren. Onze redding is, dat we uitstekend door één deur kunnen. Maar voor hoe lang nog? Net als de meeste vrouwen leiden wij namelijk aan een bijna dwangmatige neiging tot babbelen. Met elkaar, met anderen. In persoon of telefonisch. Van een ‘rustige werkomgeving’ is dus geen sprake.

Voortdurend rolt een kakofonie van schelle vrouwenstemmen uit onze kamer. De printer bromt daar monotoon doorheen. Voortdurend rollen beleidsplannen – pagina na pagina- en mails, agenda’s, verslagen en digitale afspraken tuimelend uit het apparaat. Ook dat draagt niet bij aan de rust in de tent.

We willen van elkaar af! We willen rust! Wie biedt ons onderdak? Wij garanderen een verdubbeling van onze productiviteit bij een scheiding. Een mediator is niet nodig: wij kunnen als mens nog steeds uitstekend ieder door onze eigen deur.