Foto: Lotte Moester

Foto: Lotte Moester

Over de duif kun je allerhande gedachten hebben. Het beestje heeft bijvoorbeeld een lichaamsbouw waarin elke verhouding zoek is: een aandoenlijk klein koppie en een schaamachtig plomp lijf. Geen mens die zo’n combinatie ambieert. Daarbij komt dan nog het geluid dat het dier produceert; dat domme geroekoe zal geen hond – en geen mens – in vervoering brengen. Of je moet natuurlijk niet goed wijs zijn, dan ligt het anders. Bij nader inzien, kom ik duif-technisch niet verder dan die twee observeringen: lullig lijf, saaiheid ten top qua tekst. En och, wat zal ik mijn spaarzame tijd ook besteden aan een vogel die alleen in de kantlijn van mijn bestaan een rol speelt.

Voor mijn schoonmoeder blijkt dat anders te liggen. Zij heeft heel sterke gevoelens rond het onderwerp duif,  in het bijzonder over de kudde duiven op en rond haar huis. Ik stel me een knusse vogelfamilie voor: een papa-duif en mama-duif die hun schattige mini-duifjes met zorg onder hun plompe lijven warm houden en liefdevol toe-roekoeën. Af en toe piept een ongelooflijk lelijk hoofdje met schamele bedekking onder moeders veren uit om te kijken of de krop van vader al toe is aan het opbraken van wat voedsel. Bijzonder onfrisse gewoonte, maar dát is niet wat mijn schoonmoeder de duivenkudde kwalijk neemt.

Inderdaad: haar ‘sterke gevoelens’ zijn bepaald niet positief, ik schat in dat ze grenzen aan haat. Haar nijd laait al op in de vroege ochtend, als het eerste daglicht door de ramen van haar slaapkamer gluurt. Mijn schoonmoeder mag zich dan graag nog een laatste keer omdraaien, maar de familie Duif heeft daar geen boodschap aan. Het is licht, dus ze zijn wakker. En wie wakker is, zet de stembanden aan. En gaat wat vliegen om daarna met schraperige pootjes weer op de dakrand terug te keren. En laat die dakrand zich nu precies boven het hoofd van mijn schoonmoeder bevinden. Nou ja, de rest laat zich raden …

Veiligheidshalve vermijd ik ieder vogelonderwerp als ik mijn schoonmoeder spreek, maar ik moet daar binnenkort toch maar verandering in brengen. Ook wij hebben tegenwoordig namelijk een duivenkudde in de dakgoot. Bij ons zit die niet boven de slaapkamer, maar boven de auto. En duiven, dit wist ik niet, schijten zich volledig suf. Bij voorkeur buiten hun nest: poeperd over de rand en lozen maar. Op mijn motorkap, op mijn voorruit en mogelijk binnenkort ook op mijn kop. Tijd om een zelfhulpgroep op te richten: schoonmamsie, ik wil een spoedberaad!