Het moet allemaal in een zeer langdurige en hardnekkige vlaag van verstandsverbijstering hebben plaatsgevonden. Dit is niet iets wat een braaf, volgzaam, oplettend en nadenkend meisje zomaar overkomt. Wat er ook vaak gezegd moge worden over een vrije opvoeding: het heeft mij tot mijn 25e geen windeieren gelegd.

Ik heb in dat deel van mijn leven slechts weinig de kont tegen de krib gegooid en studeerde hard, was een gezellige vriendin voor een ieder die een beroep op me deed en was op mijn 15e al zo vreselijk verliefd en trouw dat mijn ouders zich de 6 jaar die volgden geen zorgen over me hoefden te maken. Uiteindelijk ging die liefde over, zoals zo vaak bij puberliefdes. Na een jaar liefdesverdriet hoorde ik hoefgetrappel en jawel, de prins op het witte paard verscheen.
Tot dan toe geen problemen.

Maar toen is er iets vreselijk misgegaan in mijn hoofd. Dat moet wel. Ik was me er toen niet van bewust. Ja, ik hoorde de lokroep van de hormonen. Maar dat mag toch wel op je 24e? Zeker met zo’n man aan je zijde. Er moest voortgeplant worden en wel snel. En snel waren we: nog geen vier jaar later was ik 4 kinderen en een miskraam rijker.

Ik hoor de liefdevolle woorden van mijn schoonmoeder na de geboorte van de oudste, een zoon, nog na-echoën: wat een verrijking van je leven he? Ik heb haar toen niet durven bekennen dat ik na die bevalling van ruim 46 uur maar één ding wilde: ‘dat kind’ in bed en moeder naar beneden voor haar eerste sigaret in negen maanden.

Ik was een snelle hersteller. Voor mij geen maandenlange ontzwangering, geen kraamtranen en ook geen langdurige onthouding. Het resultaat lag een jaar en 3 dagen later in de wieg: een dochter deze keer. Mens tel uw zegeningen: in no time de koningswens geproduceerd, dus alle reden om even pas op de plaats te maken. Maar nee hoor, nog steeds bevangen door overmoed. Het levenswerk was nog niet voltooid. In chronologische volgorde volgden nog een miskraam, een dochter en weer een zoon.

Och, waren het alleen die meiden geweest dan hadden er nog wel een paar bij gekund. Maar ja, dat was slechts de helft van de gezinsaanwas. Onze stamhouders maakten het bijna onmogelijk om op de been te blijven. De oudste werd tot zijn 6e levensjaar zes keer per nacht wakker met onduidelijke nachtmerries en de jongste zat van kop tot kontje onder de eczeem, waardoor ik hem zes keer per dag om moest kleden en in moest smeren. Zes lijkt een belangrijk getal te zijn geweest in die periode. Ik denk dat het ook aardig in de buurt komt van het aantal minuten dat ik sliep per nacht.

Dit gezellige gezin was uiteraard ook voorzien van de geijkte gezinshond: een golden retriever. En omdat we alles in grote hoeveelheden deden, moet ik opbiechten dat het er eigenlijk twee waren. Die zorg kon er ook nog wel bij. Drie keer daags liep ik dus als moeder de Gans met een hele karavaan achter me aan met onze viervoeters over de dijk. Alle liefdevolle moederverhalen ten spijt: ik werd er gek van! Ik heb gestudeerd, heb een goed stel hersens, ben een mensenmens. Geen type om aan huis gekluisterd te zijn en beperkt te worden tot poepluiers en de prijs van de andijvie. Die kan trouwens van seizoen tot seizoen aardig fluctueren. En wordt niet altijd even goed verteerd door kleine maagjes. Sta je daar met kunst- en vliegwerk een gezonde prak voor ze te bereiden, poepen ze die groene sliertjes zo weer uit.

Maar, zoals de grote Cruyff al heel terecht opmerkte: elk nadeel heb z’n voordeel. De 20 uur die ik per dag in touw was, werden calorisch gezien, goed benut. Er stond altijd wel ergens een verdekt opgestelde zak snoep. Moeders mondje was constant in beweging en diezelfde moeder werd alleen maar dunner. Sinds m’n 14e had ik geen 58 kilo meer gewogen, maar nu bereikte ik die grens weer. De kilo’s vlogen eraf. Jammer genoeg heb je daar totaal geen baat bij als je als een zombie door je dagen komt en geen mens, laat staan een man, tegenkomt.

Er zijn in die tijd vele tranen gevloeid en niet alleen van de kinderen. Uiteindelijk heeft mijn prins op het witte paard me gered. Hij regelde een sollicitatiegesprek bij het ziekenhuis. Daar zochten ze op de verpleegafdeling iemand die voor één dag in de week achter de balie plaats wilde nemen. De keuze aan kandidaten was beperkt. Er zijn er maar weinigen die genoegen nemen met zo’n ridicuul laag aantal uren.

Al tijdens het gesprek werd me verteld dat ik was aangenomen. En dat was mijn weg terug naar gelukzaligheid. Die ene dag in de week was mijn weekend. Zoals ieder ander zich verheugt op het weekend, keek ik uit naar die woensdag. De prins ging korter werken en de overmoedige trok ten strijde. Ik moet zeggen dat van concentratie weinig sprake was. Chronische oververmoeidheid is een lastig ding en laat zich niet op commando in de koelkast plaatsen. Maar ik was zeer enthousiast en vastberaden en wist zo te bewerkstelligen dat ik, toen de afdeling waar ik werkte, werd uitgebreid ook mijn uren kon uitbreiden. En daarna nog eens.

Nu zijn we 5 jaar verder: de nachtmerries zijn over, de eczeem hebben we onder controle en ons gezin is een goed geoliede fabriek geworden. Tijd voor onszelf hebben de prins en ikzelf nog steeds niet, maar dat is een kwestie van tijd. Veel tijd.