De familie Hakstege binnenin, een aantal vrinden bovenop.

 

Een paar jaar geleden kochten wij een Opel Zafira, waarin ik me Queen of the Road voelde. Een grote bak, hoog op de wielen en ruimte genoeg voor twee ouders, vier kinderen en een stel honden. Maar ieder bezoek aan de garage sloeg mijn droom verder aan diggelen. Keer op keer hadden we honderden euro’s aan reparatiekosten tot ik het gevoel had dat het tweedehands modelletje inmiddels weer zo goed als nieuw was. Alles was tenslotte vervangen.  Niets bleek minder waar; de garage meldde zich weer met de zoveelste kostenpost.

Toen was voor mij de maat vol: die auto ging eruit en ik koos een ander tweedehandsje. Dat werd een 5-persoons ouwelullenbak met slechts 15.000 kilometer op de teller. Inderdaad: van een oud dametje geweest, altijd binnen gestaan. Het bleek een gouden greep, de auto doet al twee jaar wat ik wil en jaagt me niet op kosten.

Het is alleen dat ons gezin nog steeds diezelfde zes personen telt. En dat dat dus niet past. Behalve als je heel creatief bent. Als we voltallig ergens heen moeten, prepareer ik de auto ruim van tevoren. Eerst verwijder ik de vuilnisbelt die zich – door mijn eigen toedoen – heeft opgehoopt vóór de bijrijdersstoel. Die schuif ik vervolgens zo ver mogelijk naar voren om ruimte te maken voor mijn boomlange zoon die samen met zijn zussen op de achterbank moet worden gepropt.

Dan naar de kofferbak. Ik heb ontdekt dat je daar een soort nestje kunt bouwen. Men hale de hoedenplank eruit, legt een matrasje op de bodem en werpt er wat leesvoer bij. Vervolgens leg je je jongste zoon binnenshuis op de grond. Je verwijdert uitstekende delen, zoals schoeisel en petten. Daarna vouw je hem zo goed en zo kwaad als gaat in de juiste positie om hem dan met vereende krachten op dat matrasje in de achterbak te positioneren. Beetje aanduwen en dan heel snel de klep dicht. Voilà: klaar voor de reis!

Zo ging het altijd. Maar nu niet meer. Tom is namelijk nog wel de jongste, maar niet meer de kleinste. Dat ben ik nu. Zoonlief zit voortaan veilig in de riemen, waar hij natuurlijk altijd al had moeten zitten, en moeder werkt in de achterbak aan een nekhernia. Gelukkig heb ik aan het eind van deze reisjes vijf mensen bij de hand om me uit mijn benarde positie te takelen en me te ondersteunen tot er weer enige sprake is van doorbloeding.