Zo slank als je dochter …

Wie in de jaren tachtig al enig bewustzijn vertoonde, kan zich misschien nog herinneren hoe ERA – een merk dat inmiddels ter ziele is – haar voedingswaren aanprijsde: ‘Zo slank als je dochter!’. Die kreet was een doorn in mijn oog. Ik was een prille puber, mijn moeder nog geen veertig. Zij had een perfect gewicht, ik woog tien kilo te veel. Wat nou: zo slank als je dochter?!?

Dertig jaar later zijn de verhoudingen veranderd, maar niet in positieve zin: moederlief en ik verschillen inmiddels 20 kilo, schoon aan de naakte haak. Zij werd nóg slanker en ik wist er een kilo of vijf bij te vreten. Dit lijkt een klaagzang te worden. En, helaas, dat klopt! Maar niet omdat ik zwaar lijd onder mijn status van Hollands welvaren. Een goed gevuld lichaam heeft namelijk ook voordelen, zeker voor de licht belegen vrouw die haar huid gestaag ziet verleppen. Vel heeft de nare gewoonte om te gaan hangen, hoe hard je ook in de weer bent met dure crèmes die je de eeuwige jeugd beloven. De heren en dames plastisch chirugen hebben allerhande oplossingen voor deze kwaal, maar veel goedkoper is het om de ballon – want zo zie ik mijn lijf – verder op te blazen. Hoe meer kilo’s je erin stopt, hoe strakker het vel wordt. Tot dusver geen problemen: ik mag graag eten en zeker voor zo’n goede zaak.

Helaas heb je geen enkele zeggenschap over de plekken waar het surplus aan calorieën neerstrijkt. Nu verkeer ik in de ongelukkige omstandigheid dat de weg naar mijn handen niet gevonden lijkt te worden. Die zijn al jaren hetzelfde. Qua omvang dan, want de verrimpeling slaat er ongenadig toe. Waar de rest van mijn lijf dankzij mijn vreettechniek rond maar goed geconserveerd is, lijken mijn handen die van een 93-jarige. Daar wordt een mens niet blij van. Gelukkig herinner ik mij hoe een oudere collega ooit murmelde: ‘Op een foto houd ik altijd een gebalde vuist onder mijn kin. Dan ziet niemand mijn kalkoennekje en het vel van mijn hand wordt strakgetrokken.’

Maar nu ik voortdurend krampachtig knuisten maak, denkt Jan en alleman weer dat ik ‘wat gespannen’ ben of mogelijk zelfs agressief. Heb ik het lichamelijk met wat noodgrepen eindelijk voor elkaar, denkt de wereld weer dat ik psychisch niet goed in mijn vel zit. En die kalkoen ligt natuurlijk ook al op de loer. Met vel is het altijd wat …