Opgegroeid in weelde, maar opgevoed met mate. Dat gaat mis. Uiteindelijk. Vandaag: door een fancy koffie-automaat. Kijk, ik ben ‘best wel’ van deze tijd. Ik weet al jaren van de hoed en de verspillende rand. Voor alles bestaat een machien, en voor elk kledingsetje een bijpassende schoen. Waarom op één been staan, als je er ook twee kunt gebruiken? Vooral omdat schoenen per setje verkocht worden. Waarom kiezen als de optie ‘doe mij maar alles’ ook bestaat? Ik ken die wereld en kijk er niet van op. Maar dan, vanmiddag, net na lunchtijd. Ik loop het bedrijf van een klant in. Meld me netjes bij zijn secretaresse, die me vraagt even te wachten. Of ik een kopje koffie wil? Dat wil ik niet, maar ik zeg ‘ja’. Ik voeg er meteen aan toe dat ik mezelf zal bedienen, om haar tijd te besparen.

Vol vertrouwen draai ik mijn lichaam richting keukenblok, in de volste verwachting (als ik al enige bewuste hersenactiviteit ontplooide) daar de mij bekende koffie-automaat aan te treffen. Best een geavanceerd ding, maar inmiddels zonder geheimen voor ondergetekende. Duidelijke icoontjes, dus een kind kan de was doen. Vooral het type kind dat geen koffie lust en dus alleen het plaatje met heet water hoeft aan te prikken. Staat daar verdorie ineens een enorm (ENORM!) bakbeest, Italiaans design, veel bling, bling, beetje retro. Sjiek de friemel! De adem stokt in mijn keel. Echt hoor: in dat soort situaties ben ik zó bang, zó bang dat ik niet in staat zal zijn om de werking te doorgronden. Want welke knop moet je hebben? En waar moet het kopje verwachtingsvol met z’n opening paraat staan?

Terwijl ik mezelf razendsnel moed in praat – want waarom zou ik nu de enige mens in het pand zijn die dáár geen heet water uit kan halen – plaatst een heerschap achteloos zijn kopje onder een zilverglimmende toeter. Achteloos, want ondertussen zijn zijn ogen gericht op de collega met wie hij praat. Hij trekt aan een hendel (ik ben niet alert genoeg en mis dus de exacte modus operandi), tikt bijna blindelings op een icoontje en zie daar:  koffie! Daarna ben ik aan de beurt. De heren laten me aan mijn lot over, volkomen onwetend van de hijgerige paniekstatus van mijn brein en lichaam. Wat had die actie met die hendel te betekenen? Hoe voorkom ik dat ik straks die volledige toeter amputeer van de rest van het apparaat? En áls dat al gebeurt: waar verberg ik de brokstukken dan? En waar mezelf? En braakt die toeter ook heet water uit of doet de slurf een eindje naar links dat?

Tis natuurlijk allemaal te bespottelijk om los te lopen: dat apparaat, maar ook mijn overspannen reactie op iets wat ik weliswaar ken als fenomeen (groot, duur, blingbling), maar niet als gebruiksartikel (mijn ouders doen het gewoon met een keteltje water :-S) . Voordat ik met dat hete water aan de slag ga, laat ik wat koele Zen tot me komen en een split second later: voila!