Buiten ligt wéér sneeuw en in mijn hoofd hangt mist. Die twee hebben overigens niets met elkaar te maken, maar ik zocht naar een bruggetje richting Confucius. En dat vond ik niet. Dat moge  duidelijk zijn. De lezer is inmiddels zelf confuus over strekking en richting van dit schrijfsel. Misschien zelfs al afgehaakt, want we zijn allemaal druk en gewend aan kort en snel. Niemand zit dus te wachten op een stuurloze inleiding die geen enkel tipje van de sluier oplicht. Maar daar gaat het nu juist om: dat ik de mistflard in m’n hoofd niet opgelicht krijg, terwijl ik voel dat zich daar een Eureka-moment schuilhoudt.

Wat een paar weken geleden begon met niet meer dan een onrustig gevoel in hoofd en hart, kreeg recentelijk ietskes meer vorm. Iemand (was jij het Corine?) twitterde een uitspraak van een overledene rond, volgens mij was het Confucius. Bij leven was deze man natuurlijk al een beroemdheid, anders had hij 2500 jaar later nooit zijn opwachting op de digitale snelweg kunnen maken. Hij stelde dat je uiteindelijk jezelf verliest als je je dromen niet durft te leven. Zoiets. Ook het citaat doolt rond in de wat benevelde omgeving van mijn brein. Het zal dus niet geheel accuraat zijn, maar de algemene strekking klopt. Nu is de prangende vraag wanneer onder mijn schedeldak een kwartje gaat vallen. Want dát er een droom zit, is duidelijk. Dát ik gas wil geven, is zonneklaar. Maar het ei van Columbus ontglipt me steeds: waar ligt dat nou precies? De bijbel raadt ons aan te zoeken, zodat we vinden. Dat blijf ik dus verwoed doen, maar ik ben onderhand ook wel erg toe aan uitbroeden en Eureka!