In december – de wereld is wit, de wind guur en de wegen glad – meldt mevrouw H. (41) zich bij de dokter. ‘Wilt u mij alsjeblieft vertellen dat mijn bloeddruk torenhoog is, en dat het cholesterol dat daarin rondzweeft de gezonde waarden ruimschoots overschrijdt?’ De dokter pompt tot twee keer toe de bloeddrukmeter volledig op, beide keren met bedroevend resultaat: aan de bloeddruk mankeert werkelijk niets; die is eerder te laag dan te hoog. Geen van beiden laat zich door deze onheilstijding uit het veld slaan: een dag later kan mevrouw bloed laten prikken, er is nog hoop. En hoop is er om de grond ingeslagen te worden, wat twee dagen later dan ook gebeurt. Cholesterol: om een puntje aan te zuigen. De dokter is teleurgesteld, mevrouw H. staat wat dubbel tegenover de uitkomst. En stopt dus voorlopig niet met roken.

Een aantal maanden later, als de natuur voorzichtig weer ontluikt, stapt meneer J. (44) naar de dokter  – overigens onafhankelijk van mevrouw H., want beide zijn elkaar vergeten. Meneer J. is wanhopig op zoek naar een stok achter dokters deur. Hij treft de stok aan in de vorm van een longfunctietest. Die blijkt niet geschikt om mee te slaan, de test wordt namelijk glansrijk doorstaan en laat meneer J. met bijna lege handen achter. Tussen zijn vingers bungelt nog steeds de sigaret.

Op 6 april ontvangt mevrouw H. een retweet van een huisarts die zij volgt op Twitter. Het doorgestuurde bericht is van meneer J. En die is bekend, uit een grijs verleden. Mevrouw H. woonde toen nog op het platteland, maar rookte al wel. Voor meneer J. gold hetzelfde. Mevrouw H. benadert de man uit het verleden en verneemt via een korte, krachtige tweet de bedroevende afloop van zijn poging met roken te stoppen. Hoe mooi ook dat beide nog steeds een gemeenschappelijk kenmerk hebben: laat ons bidden voor hun verlossing!