Vijftien jaar, is hij nu. Mijn oudste. Na ruim twee jaar van absolute huiswerkkundige lamlendigheid zag hij afgelopen november het licht. Misschien net te laat: de tweejarige brugperiode was voorbij en daarmee zijn (voorlopige) kans om naar het VWO te gaan. Hij stroomde dus door naar HAVO-3, terwijl ik mijn rouw over deze teloorgang van hersencellen manmoedig verwerkte. En toen kwam het eerste rapport: een tranentrekkende lijst met treurige cijfers. Maar wél geheel in lijn met de prestaties van de jaren daarvoor. Qua consistentie doet hij het goed.

Maar wat doet ‘de ouder’ daarmee? Ben en ik weigeren allebei om een volledige puberteit weg te brullen, weg te dreigen, weg te smeken. We preken dus niet, maar wringen onze handen. De zoon deed wat anders: die begon tekenen van helderheid te vertonen, liet heel voorzichtig doorschemeren dat het tijd was voor verandering. Nu is verandermanagement een netelige kwestie. We zagen echter toch kansen, omdat het nu niet top-down werd opgelegd, maar vanaf de pubervloer werd geïnitieerd. Schouders eronder dus: elke avond, zes dagen in de week nam hij ‘verplicht’ plaats aan de keukentafel. Moeder actief ernaast of passiever op de achtergrond, scharrelend in de keuken. En ziedaar: de rijpe vruchten vielen ons al snel in de schoot. Dankzij de hersencellen die zich in zijn hoofd ophouden (dit is een objectieve constatering, niet ingegeven door moederlijke overschatting) haalde hij alles in wat hij nooit had geabsorbeerd. Resultaat: een prachtig tweede rapport, de beslissing om bij zijn profielkeuze alvast rekening te houden met de doorstroom naar het VWO na zijn HAVO-examen, de keuze om zelfs een extra examenvak te kiezen om de kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Ik buig diep, heel diep voor deze vent!

Maar dat bleek alleen nog maar ’the cake’ te zijn. De ‘icing’ bracht hij gisteravond aan toen hij vertelde dat hij de zinnen van Koolhaas – toch niet echt een moderne auteur – zo mooi vindt. Dat hij liever Nederlandse literatuur leest, dan vertalingen van Engelse boeken, juist om die geweldige, bijna archaïsche beschrijvingen. Da’s mijn kind! Met mijn liefde voor taal! Ik verheug me op vanavond, als we weer tot elkaar veroordeeld aan de keukentafel gekluisterd zitten….