Met het klimmen der jaren valt de winter me steeds zwaarder. Beetje truttig, maar zo is het nu eenmaal. Hoe maken we deze enorme last op mijn schouders een weinig minder zwaar? Met een zonvakantie! Maar ik hou niet van vakanties: ik ben tamelijk onthand als de tijd zich ineens in zeeën voor me uitstrekt. Waar vult men die mee? Thuis kan ik genoeg bedenken: muurtjes verven, wasjes draaien, de uitverkoop eer aan doen. Maar in den vreemde?! Ik weet het gewoon niet.

Een zonvakantie is dus geen oplossing voor mijn winters leed. Dus ga ik iedere winter thee drinken bij mijn zusje. Een week lang. Laat die meid nou al een kleine 20 jaar op Aruba vertoeven! Heb ik én zon en leut (dan wel neut).

Ik zie graag vooruit en moet dus actief regeren: boeken die reis. Al laat de zon laat zich hier nog maar net van z’n zomerse kant zien, ik ga aan de slag met crisismanagement voor de winter die ongetwijfeld weer zal volgen.

Helaas zit de planning van twee Arubareizende grijze duiven me in de weg: mams en haar zus vertoeven ieder jaar (ook al) een maand op dat heerlijke eiland. Ze vliegen medio februari weg voor de overwintering en komen halverwege maart pas terug. Dat schikt mij deze keer niet zo: ik wil namelijk m’n twee jongens meenemen in de carnavalsvakantie en dan wordt het wel erg crowded in huize Zus. Schoorvoetend en ietwat bangig heb ik even gepolst of de duifjes willen schuiven en het verlossende woord kwam zojuist, heel eigentijds via SMS: ‘Nou ja, alsof wij de baas zijn op Aruba!’

Dat zijn ze inderdaad niet, maar ik was er niet zeker van of zij zich dat realiseerden. Enfin, de weg is vrij: Angela, we komen eraan!