AbcesDe huisarts bij wie ik me op zaterdagochtend op het spreekuur meldt, is snel met me klaar. Ze voelt wat aan de keiharde aardappel die onder mijn kaak hangt, tuurt naar de kleinere bult onder mijn tong en komt dan met de verlossende woorden ‘Ik weet het niet’ en verwijst me een loketje verder, naar de tandarts op hetzelfde spoedplein. Zijn spreekuur zit er net op, vertelt de receptioniste, maar vanavond om half 6 ben ik de eerste. Toch nog iets om dankbaar voor te zijn.

Uiteindelijk ben ik niet de eerste en blijken mijn klachten ook voor de tandarts te raadselachtig: hij weet het niet. Ik voel de volgende doorverwijzing aankomen en ja hoor: beter even laten zien aan de kaakchirurg. Maar – oh, gelukkig, er is een ‘maar’- mijn eigen tandarts moet die verwijzing regelen. ‘En de pijn dan? Kunt u daar iets aan doen?’ Nee mevrouw, even doorbijten, over twee nachtjes slapen is het al maandag. Ik vind het gebruik van het woord ‘al’ wat optimistisch, maar inderdaad, het wordt uiteindelijk maandag.

Mijn eigen tandarts perst me in zijn ochtendspreekuur en buigt zich vol interesse over aardappel en bult. Het zou me hooglijk verbazen als hij zou uitroepen ‘Oh, ik zie het al!’. En dat doet hij dan ook niet. Want: hij weet het niet.

Weer een dag later – geen probleem hoor, laat mij maar sukkelen met die pijn – zit ik bij de kaakchirurg. Hij herhaalt wat al die anderen voor hem deden: kijken, voelen, drukken, foto’s maken en concludeert daarna eensgezind: ‘Ik weet het niet.’ Aangezien hij bovenaan in de pikorde staat – er is geen vergrotende trap van de kaakchirurg – zoekt hij de oplossing in de techniek: veiligheidshalve toch maar even een MRI laten maken, om kwaadaardigheid uit te sluiten. Hij drukt me op het hart om daar niet van te gaan wakker liggen, want niets wijst op kanker, maar zekerheid is er pas na die scan. Eenmaal thuis weet ik niet hoe snel ik de kosten van een MRI moet opzoeken. Die kosten zijn namelijk – aan mijn geluk komt geen eind – geheel voor eigen rekening; dat krijg je als je kiest voor een maximaal eigen risico. Komt-ie: gemiddeld 600 euro. Leuk! Fijn!

Door al dat gevoel en geknijp door medische lieden is de aardappel al een maatje kleiner geworden. En voelen en knijpen kan ik zelf ook heel goed. Zo’n zelf uitgevoerde bultmassage is bovendien gratis. En blijkt heilzaam: de keiharde aardappel verandert heel langzaam in een tuinboon. Dan in een bruine boon. En vervolgens in een erwt. Om uiteindelijk te schitteren door afwezigheid, net als zijn collega-bult in mijn mond. Besparing: 600 euro, want die MRI, die maken ze maar van een ander.