Krentenkakkers zijn ze. Anders kan ze het niet noemen. Of toch. Centennaaiers. Ze hebben geld zat, echt waar, maar kunnen het niet over hun hart verkrijgen dat er in twee weken doorheen te jassen. Een heel jaar lang heeft ze het internet afgezocht naar mogelijkheden om comfortabel vakantie te vieren tegen een budgettarief.

Als rechtgeaarde vrekken rijden ze bijvoorbeeld een auto uit het jaar nul met dito afmetingen. Niet bepaald een aangename omgeving om vier jonge kinderen en een stel afgematte ouders in te vervoeren naar het warme zuiden. Dus ze kent elke goedkope vlucht uit haar hoofd, de vertrekstaten van internationale treinen hebben geen geheimen voor haar, als een aasgier begeeft ze zich richting sites waar geannuleerde stacaravans tegen gereduceerd tarief worden aangeboden. MPV’tje huren misschien?

Om nu, na twaalf maanden, tot de conclusie te komen, dat er slechts één oplossing is: leg je neer bij Luxemburg en kies voor de o zo comfortabele 2-persoonsvouwwagen van opa en oma. Het is ze eerder gelukt het voltallig gezin daarin te proppen en zo zal het dit jaar weer gaan. Zo lang je ‘s nachts niet hoeft te plassen lukt dat ook best: de hele laadvloer ligt vol met kinderen, pa en moe liggen hun rug door op de echtelijke matras die iedere veerkracht heeft verloren en iedere vakantiedag wordt afgesloten met een pedagogische brul uit moeders mond om die vier op elkaar gepakte kinderen tot slapen te manen.

Ze knijpen ‘m echter op een ongelooflijke manier. Nachtmerries heeft ze er al van. Manlief, computernerd, heeft nu bij wijze van proef de ’laptop op weg’ geïntroduceerd: via de sigarettenaansteker blijft het ding urenlang Disneyklassiekers ophoesten en dat houdt het nageslacht rustig. Als Moe dan met zekere regelmaat zakken chips en drop naar achteren werpt, moeten ze toch een redelijke ruk kunnen maken. Want ze blijven stiekem dromen van mediterrane contreien.

Ze zullen dus reizen onder basic omstandigheden en hebben het derhalve niet aangedurfd ergens te reserveren. Wat tenslotte te doen als het reisdoel niet zonder persoonlijke ongelukken te bereiken is? Of, ook mogelijk, wat te doen als de reis tegen alle verwachtingen in voorspoedig verloopt en ze nog veel verder hadden kunnen komen? In beide gevallen zitten ze vast aan een camping waar ze bij nader inzien niet content mee zijn. Maar die wél betaald is. En u weet inmiddels hoe zij over vakantiekosten denken.

Dus we zien deze potschrapers al eindigen op een van God en alle mensen verlaten, provisorisch ingericht kampeeremplacement waar de kinderen het moeten doen met een schamel van zand voorziene zandbak en een afgebladderd zwembadje uit de voorbije tijden.

En ‘s nachts, als de juniherfstwind om het huis jaagt, vraagt moeder zich vertwijfeld af of de dag ooit gaat komen, dat ze bij zinnen komt en net als al die andere Hollanders gewoon 2000 euro neerlegt voor twee weken zon, zee en warmte. Onmiddellijk daarna vraagt ze zich vanzelfsprekend af hoe ze zich bij terugkomst voelt. En het antwoord op die vraag kan ze nu al geven: voor al dat geld hadden ze ook een leren bankje kunnen aanschaffen. Leuk voor in de serre!